Inzicht in RFNBO-certificering voor hernieuwbare brandstoffen

Met de Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED), die heldere doelstellingen stelt voor emissiereductie en het gebruik van hernieuwbare energie, neemt het belang van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO’s) snel toe. Deze brandstoffen zijn essentieel voor het decarboniseren van de industrie, ze verminderen de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en versterken de energiezekerheid op de lange termijn. Of je nu energieleverancier, waterstofproducent of industriële eindgebruiker bent: inzicht in de RFNBO-regelgeving en het certificeringsproces is cruciaal.

RFNBO’s, zoals hernieuwbare waterstof en e-fuels, moeten voldoen aan strikte duurzaamheidscriteria van de EU. Aan de hand van gedetailleerde onderbouwing en monitoring moet aangetoond kunnen worden dat er een aanzienlijke CO₂-reductie is ten opzichte van fossiele alternatieven. Certificering vereist een nauwkeurige berekening van broeikasgasemissies (GHG) om te bevestigen dat de brandstof voldoet aan de regelgeving en dus als hernieuwbaar kan worden geclassificeerd. Een goed begrip van de eisen in een vroeg stadium helpt bedrijven om het certificeringsproces succesvol te doorlopen en nalevingsrisico’s te vermijden.

RFNBO’s zijn vloeibare of gasvormige brandstoffen die worden geproduceerd met hernieuwbare energie (biomassa uitgezonderd). Een voorbeeld is waterstof geproduceerd via elektrolyse met stroom uit zonne- of windenergie. De Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED III) definieert RFNBO’s en stelt strenge voorwaarden aan de certificering, zodat alleen echt duurzame brandstoffen bijdragen aan de klimaatdoelstellingen.

Om als RFNBO te worden geclassificeerd, moet een brandstof:

• Geproduceerd zijn met 100% hernieuwbare elektriciteit.
• Minimaal 70% broeikasgasreductie realiseren ten opzichte van fossiele alternatieven.
• Voldoen aan eisen ten aanzien van de massabalans en traceerbaarheid van duurzaamheid.

1. Certificering

De EU heeft strikte certificeringseisen ingevoerd om te waarborgen dat RFNBO’s voldoen aan bepaalde duurzaamheidscriteria. Producenten en gebruikers van de brandstoffen moeten naleving aantonen via vrijwillige certificeringsschema’s zoals ISCC, CertifHy of REDcert, die officieel erkend zijn door de Europese Commissie.

2. Elektriciteitseisen voor RFNBO-productie

De elektriciteit die wordt gebruikt voor de productie van RFNBO’s moet volledig hernieuwbaar zijn. De EU noemt drie manieren om hieraan te voldoen:

• Directe aansluiting: de productielocatie is aangesloten op een eigen hernieuwbare bron (bijvoorbeeld een windpark of zonnepanelen).
• Netaansluiting met afnamecontract (PPA): stroom komt uit het net, maar is gedekt door een overeenkomst met een hernieuwbare energieleverancier, ondersteund door Garanties van Oorsprong (GvO).
• Elektriciteitsmix (grid mix): dit is alleen van toepassing in regio’s waar het aandeel hernieuwbare energie in de elektriciteitsmix meer dan 90% bedraagt. In zulke gevallen is aparte inkoop van hernieuwbare stroom niet nodig.

Vanaf 2030 geldt bovendien dat er per uur bijgehouden moet worden of er een correlatie is tussen productie en opwekking van de hernieuwbare elektriciteit. Het is de bedoeling dat RFNBO’s worden geproduceerd wanneer hernieuwbare elektriciteit beschikbaar is.

3. Broeikasgasemissiereductie

Voor certificering van RFNBO’s geldt als kernvoorwaarde dat ten minste 70% minder broeikasgasemissies (GHG) worden uitgestoten dan door fossiele brandstoffen. De berekening gebeurt volgens een levenscyclusbenadering (LCA), waarbij alle emissies van energie-input en productie tot transport en verbranding worden meegenomen. De emissies van RFNBO’s worden vergeleken met standaard vastgestelde fossiele referentiebrandstoffen. Factoren waar rekening mee wordt gehouden, zijn onder andere: koolstofintensiteit van de gebruikte elektriciteit, herkomst van de grondstoffen en mogelijke CO₂-afvang of -opslag. Wanneer netstroom wordt gebruikt, spelen het hernieuwbare aandeel en het tijdstip van gebruik een belangrijke rol in de berekening – wat nauwkeurige rapportage en herleidbaarheid vereist.

4. Massabalans en bewijs van duurzaamheid

RFNBO’s moeten volledig traceerbaar zijn in de hele keten. Dit gebeurt via een massabalanssysteem en het opstellen van een bewijs van duurzaamheid (Proof of Sustainability, PoS). Bedrijven moeten transacties ook melden in de EU Union Database om transparantie te waarborgen en dubbele boeking te voorkomen.

Ons team beschikt over grondige kennis van levenscyclusanalyses (LCA), emissieberekenings- en certificeringsystemen zoals ISCC, CertifHy en REDcert. Wij helpen bedrijven nauwkeurig de koolstofintensiteit van hun RFNBO-productie te beoordelen, er zo voor zorgend dat de verplichte 70% GHG-reductie wordt behaald.

Wil je met Ecomatters samenwerken aan je RFNBO-certificering? Neem dan contact met ons op of plan een gesprek met een van onze experts.